top of page

Stop aanstelling vastbenoemden is enige logische keuze

3 april 2023

Vorige week kondigde de Vlaamse overheid aan vanaf 2024 geen vaste benoemingen meer te doen. Concreet houdt de beslissing geen enkele impact in voor wie op vandaag reeds bij de Vlaamse overheid aan de slag gaat, wel voor wie er in de toekomst nog zou gaan werken.



De aankondiging maakte meteen veel reacties los. Uiteraard, en niet in het minst, bij de vakbonden. Men zou geen aantrekkelijke werkgever meer zijn, de bescherming tegen politieke druk zou verdwijnen en het zou duurder uitvallen voor de overheid dan vandaag. Het gevolg was dan ook voorspelbaar: de vakbonden dreigen met stakingen. Tegenwoordig moet een mens verschieten als ze geen staking verkondigen. Ik heb het eens nagekeken: in Aalst heeft een vakbond sinds begin november 2022 al op 5 verschillende dagen opgeroepen tot staken, naast een stakingsaanzegging van onbepaalde duur. Geen van die stakingen vond zijn oorzaak in een beslissing van het stadsbestuur.


Voor een goed begrip: de voordelen van een vaste benoeming t.o.v. een contractuele tewerkstelling zijn de volgende:

  • Bij ziekte blijft het loon van statutairen gewoon doorlopen. Bij contractuelen valt men – net zoals in de privésector – na een maand terug op een ziekte-uitkering. Bovendien kunnen statutairen ook ziektedagen opsparen;

  • Het pensioen van statutaire ambtenaren ligt hoger dan voor contractuelen;

  • De bescherming van statutairen gaat veel verder dan bij contractuelen, waardoor het moeilijker is hen te ontslaan.


Ik grijp de beslissing van de Vlaamse overheid graag aan voor dit opiniestuk omdat dit ook voor lokale besturen een belangrijk thema is. Ook lokale besturen worden geconfronteerd met de war for talent. Bovendien moeten lokale besturen opboksen tegen een pensioenbom die hun beleidsmarge alsmaar verder opvreet. Die pensioenbom is een rechtstreeks gevolg van het bestaan van de vaste benoeming.

`

Voor lokale besturen is het immers zo dat de pensioenen van contractuele ambtenaren – net zoals voor arbeiders en bedienden in de privésector – betaald worden door de federale overheid. Voor de statutaire ambtenaren moeten de lokale besturen echter zélf opdraaien voor de pensioenen, en door de vergrijzing stijgen die uitgaven sterk. Ook in Aalst.


Daarom heeft dit stadsbestuur reeds in januari 2019, vlak na diens aantreden na de verkiezingen, beslist om geen aanwervingen meer te doen in statutair verband. Een pak vroeger dan de Vlaamse overheid dus. We zien daarvan al een aanzienlijk effect op vandaag: waar er in 2019 nog 486 mensen aan de slag waren in statutair verband, is dat aantal in 2022 inmiddels gedaald naar 383. Dat betekent dat ongeveer 20% van de mensen die vandaag voor Aalst werkt nog is aangesteld in statutair verband (in vergelijking met ongeveer 70% op Vlaams niveau).



Het aantal pensioenen ten laste van de stad is in die periode in de andere richting geëvolueerd: van 725 in 2019 naar 771 in 2022. De grote moeilijkheid in de financiering van deze pensioenen is dat de pensioenen van gepensioneerde statutaire ambtenaren mee gefinancierd worden door de nog actieve statutaire ambtenaren. Terwijl de ene groep krimpt, wordt de andere steeds groter. Het verschil moet het lokaal bestuur zelf bijpassen: zie daar de pensioenbom. Om dat eens in euro’s uit te drukken voor Aalst:


  • De statutaire loonmassa voor stad Aalst in 2023 bedraagt €9,8 mio. Doordat er geen nieuwe mensen meer worden aangeworven zou deze gradueel afbouwen, waardoor op basis van projecties van Ethias wordt geschat dat we in 2057 de laatste keer lonen zouden uitbetalen aan statutaire ambtenaren.

  • De pensioenlast van gepensioneerde statutaire ambtenaren bedraagt in 2023 voor stad Aalst €12,6 mio. Door de vergrijzing zou deze kost zijn hoogtepunt kennen in 2038: €14,5 mio. Dankzij de stopzetting van statutaire aanwervingen zien we een significante daling van de pensioenkosten vanaf 2049. Op het moment dat er geen actieve statutaire ambtenaren meer zijn om bij te dragen in de pensioenkosten, zouden de pensioenen in 2058 nog steeds €10,5 mio bedragen.




Ik hoor u denken: waarom blijf je dan niet gewoon mensen aanstellen in statutair verband opdat het verschil tussen beiden niet oploopt en de beleidsmarge niet zo hard wordt aangetast? Daar zijn 2 goede redenen voor:

1) Hoe langer we blijven statutair aanstellen, hoe langer stad Aalst zelf zal blijven opdraaien voor pensioenlasten. Door nu te stoppen met vaste benoemingen, zorgen we ervoor dat toekomstige besturen voor toekomstige generaties méér beleidsmarge zullen hebben. We verschuiven de pensioenfactuur op langere termijn immers naar de federale overheid en maken zo meer geld vrij voor Aalst. Een mooi voorbeeld van een dossier waarin de politiek verder kijkt dan de volgende verkiezing.

2) Ten tweede is de vaste benoeming wat ons betreft niet van meer van deze tijd. Het opsparen van ziektekredietdagen leidt soms tot ‘pensionitis’. Bij disfunctioneren is de bescherming van statutairen dermate hoog dat het uiterst moeilijk is om tot ontslag te kunnen overgaan. Op die manier verkrijgen burgers niet de beste dienstverlening voor hun belastinggeld. Hoe meer er een gelijkschakeling komt tussen tewerkstelling bij overheid en privé, hoe beter wat mij betreft. Ik kan mij ook moeilijk inbeelden dat kandidaten voor een job zouden afhaken omdat die niet vastbenoemd zou worden (tenzij men dat reeds zou zijn).


Versta mij niet verkeerd: onze medewerkers zijn cruciaal voor onze organisatie. Zij zorgen ervoor dat onze kinderen naar de opvang kunnen, onderhouden het openbaar domein, bezorgen u met de glimlach een rijbewijs of identiteitskaart en verzorgen ons, onze ouders of grootouders in een rusthuis met de nodige zorg. In de 4 jaar dat ik schepen ben, heb ik het geluk gehad met veel gedreven, gemotiveerde en competente mensen te mogen werken, ongeacht hun statuut. Dat is een groot plezier en verklaart ook mee de evolutie van Aalst de voorbije 10 jaar. Die competentie mag gerust ook beloond worden. Zo hebben we voor contractuelen onder andere beslist om de 2de pensioenpijler gradueel op te trekken.


Voor geen van deze mensen komt het in mij ooit op om te weten of zij contractueel of statutair zijn aangesteld. Wat er voor mij toe doet is dat we samenwerken ten gunste van de Aalstenaar. We werken samen voor een beter Aalst, op basis van een mandaat van de kiezer. Een medewerker die goed presteert, heeft niets te vrezen. Indien politici ongeoorloofde zaken zouden doen, bestaan er reglementen, klachtenprocedures, ombudsmannen en klokkenluiders. En indien politici zich misdragen t.a.v. medewerkers zelf, bestaan er rechtbanken. Een statuut is bijgevolg niet nodig om te beschermen tegen politieke willekeur.


In tegendeel: werken op basis van het normale arbeidsrecht, zoals in de privésector, kan een overheidsadministratie wendbaarder maken en werknemers meer gemotiveerd houden. Dat zorgt voor een betere dienstverlening voor de Aalstenaar, op termijn aan minder geld. Het is niet meer dan logisch dat mensen die slecht functioneren kunnen geheroriënteerd of ontslaan worden om plaats te maken voor iemand die de functie wel naar behoren kan invullen. Belastinggeld, of dat nu voor de inzet van personeel is of voor andere zaken, moet immers altijd doelmatig ingezet worden.


Oh ja, voor wie zich het zou afvragen waarom de vakbonden in Aalst dan wél opriepen tot staking: de voornaamste reden daartoe is … een beslissing van de Vlaamse Regering om de ontslagregeling voor contractuele en statutaire ambtenaren van lokale besturen gelijk te schakelen. De evolutie richting afbouw van de vaste benoeming gaat onverminderd door. 

Nieuw bestuur moet mouwen opstropen voor de jeugd van Eendracht Aalst

17 november 2023

Vlaanderen moet sterkere rol opnemen inzake zweminfrastructuur

1 juni 2023

Goed patrimoniumbeheer gaat hand in hand met goed bestuur

11 mei 2023

UiTPAS-tarieven hebben nood aan update

25 april 2023

bottom of page