Gisteren was het donderdag 1 april. Een dag waarop aprilvissen al eens boven komen drijven. Ook schepen van Sport, Matthias De Ridder (N-VA) pakte dit jaar uit. Via een ludiek filmpje liet De Ridder uitschijnen dat het 50-meterbad van het nieuwe zwembadcomplex ‘opnieuw’ nèt geen 50-meter lang zou zijn. “Precies wat al jaren aan de toog wordt verteld over het bestaande zwembad”, zegt schepen De Ridder (N-VA). “Ze zouden in de jaren ‘80 namelijk de breedte tegeltjes vergeten meetellen zijn.”

De krantenkoppen

Klopt dat nu eigenlijk? De Ridder maakt van de aprilvis gebruik om het voor eens en voor altijd uit te klaren. Niets blijkt minder waar. In het filmpje waar de schepen zijn aprilgrap uitlegt vandaag is trouwens een gastrol weggelegd voor zijn zoontje August, die verkleed als aap moet helpen duidelijk maken dat de toogpraat eigenlijk een ‘broodjeaapverhaal’ is.

Bijna 40 jaar geleden verhuisde het stedelijk zwembad van de Capucienenlaan naar de Zwembadlaan. “De kranten kopten ‘Net geen olympisch zwembad’. Daar moet de kiem gelegd zijn voor de stadslegende. Het klopt wel dat ons zwembad geen olympische afmetingen heeft. Maar dat heeft echter niks te maken met de lengte of de tegeltjes. Het heeft alles te maken met de breedte van het zwembad en de zwembanen”, zegt hij.

Nieuwe bad is kopie van oude bad

“Een olympisch bad heeft namelijk een lengte van 50 meter bij een breedte van 25 meter en de zwembanen zijn 2,5 meter breed. Het klopt wel dat het geen ‘olympisch’ bad is, want het oude zwembad van Aalst heeft slechts een breedte van een kleine 17 meter. Ook de zwembanen zelf zijn minder breed, met een breedte van 2 meter. Het nieuwe 50-meterbad is quasi een kopie van het oude bad”, zegt hij.

Waarom bouwt de stad dan nu geen olympisch bad? “Heel eenvoudig. De kans dat we in Aalst de Olympische Spelen, een EK of WK mogen ontvangen, is eigenlijk nul. Dus waarom die kosten maken? We hebben er heel bewust voor gekozen om niet te gaan voor een olympisch bad, maar voor nog een extra bad en een uitgebreid fungedeelte.”