4 vuistregels voor welvaart. Video 1: begroting in balans
Onlangs lanceerde N-VA diens nationale kiescampagne met een video van Bart De Wever. Daarin hamerde De Wever op 4 vuistregels voor welvaart, 4 vuistregels om de welvaart van burgers te beschermen en verder te doen groeien. In de video haalt hij een aantal indicatoren boven om na te gaan hoe de Vlaamse en federale overheid met die vuistregels omgaan. Bekijk het gerust eens, het is een boeiend stuk.
Voor wie mij al langer op Facebook of via mijn website volgt, weet dat ik als schepen van Financiën dan graag de proef op de som neem om eens na te gaan hoe Aalst het stelt op vlak van de vermelde 4 vuistregels. Die vuistregels zijn de volgende:
Begroting in balans
Lage belastingen
Rechtvaardig sociaal beleid
Investeer in innovatie
De eerste en belangrijkste vuistregel volgens De Wever is een begroting in balans. Een overheid moet een veilige en betrouwbare context creëren die bestand is tegen onverwachte crisissen. Een begroting van een overheid is een zeer complex kluwen aan cijfers door de omvang van uitgaven, de grootte-orde van bedragen en de aard van de cijfers. Desalniettemin vergelijk ik het graag met het budget van een gewoon gezin.
Een gouden financieringsregel voor een overheid, en dat is evenzeer zo voor gezinnen, is dat je enkel leningen aangaat om te investeren. Voor een gezin gaat dat over de aankoop van een woning of een verbouwing, de aankoop van een auto of eventueel andere grotere kosten. Als je echter zou moeten lenen om boodschappen te kunnen doen of om je energiefacturen te betalen, is het evenwicht tussen jouw inkomsten en uitgaven zoek en moet er dringend iets gebeuren.
Zo ook voor een overheid. Ook een overheid leent best enkel voor investeringen en bijvoorbeeld niet om personeel hun loon te kunnen betalen. De stad Aalst had in 2022, de laatste beschikbare jaarrekening, een exploitatie-overschot van €25 miljoen, of 12% van onze totale dagelijkse uitgaven. Niet alleen hebben we dus een gezonde dagelijkse werking, onze dagelijkse werking stelt ons ook in staat om een mooi stuk van onze investeringen te financieren zonder een lening te moeten aangaan. In verhouding tot ons inwonersaantal is ons exploitatie-overschot meer dan dubbel zo groot dan de Vlaamse centrumsteden zonder de grootsteden Antwerpen & Gent: €285/inwoner vs. €137/inwoner (bron: IFP Belfius).
De Vlaamse overheid gebruikt de autofinancieringsmarge als een van de belangrijkste indicatoren om na te gaan of een lokaal bestuur financieel gezond is. Concreet gaat die na in welke mate het exploitatie-overschot van een lokaal bestuur hoog genoeg is om de aflossingen voor leningen te betalen. Het moet aantonen of lokale besturen op langere termijn in staat zijn om hun financiële verplichtingen na te komen. In het eerste jaar van een volgende bestuursploeg mag die autofinancieringsmarge niet negatief zijn: anders heeft een nieuwe bestuursploeg geen beleidsruimte om nieuw beleid te gaan voeren.
Met dank aan het hoge exploitatie-overschot, had Aalst in 2022 een ruime autofinancieringsmarge: net geen €20 miljoen. In verhouding tot het inwonersaantal heeft Aalst van alle Vlaamse centrumsteden excl. de grootsteden de hoogste autofinancieringsmarge: €221/inwoner (vs. gemiddeld €21/inwoner) (bron: IFP Belfius). Het huidige bestuur zal dus een gezonde stadsbegroting kunnen overdragen aan een volgend bestuur.
Ook dankzij ons hoge exploitatie-overschot is onze schuld, en de kost van die schuld, de afgelopen jaren stabiel gebleven, ondanks mooie investeringen. In 2020 en 2021 hebben we telkens €25 miljoen in Aalst geïnvesteerd, in 2022 zelfs €35 miljoen. Dat gaat dan onder andere over de bouw van Aquatopia, de restauratie van de Sint-Martinuskerk, de fietstunnel onder de Moorselbaan, de aankoop van het AC, de bouw van de scholen Zavelken en Krawietelken of de heraanleg van diverse wegen en riolering. Ondanks een investering van +/- €85 miljoen in de periode 2020-2022, is onze schuld van 2020 naar 2022 slechts met €6,8 miljoen gestegen naar €1.665/inwoner. Het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden excl. de grootsteden bedraagt €1.981/inwoner, bijna 20% hoger (bron: IFP Belfius).
De aflossingen van onze leningen zijn bijgevolg quasi stabiel gebleven (van €5,3 miljoen in 2020 naar 5,6 miljoen in 2022). Onze schuldgraad in vergelijking met andere centrumsteden is eerder laag:
Dit alles hebben we weten te bereiken te midden van opeenvolgende budgettaire uitdagingen, zoals de coronacrisis, de vluchtelingencrisis als gevolg van het conflict tussen Rusland en Oekraïne, de energiecrisis en de aanzienlijke stijging van personeelskosten. Meer zelfs: we hebben niet alleen onze begroting op koers gehouden, we hebben ook onze rol gespeeld om ten tijde van crisismaatregelen ter ondersteuning te nemen.
Zo hebben we ten tijde van corona, naast het organiseren van het vaccinatiecentrum en talrijke gezondheidsmaatregelen in diverse sectoren zoals bv. de woonzorgcentra, een aantal budgettaire maatregelen getroffen ter ondersteuning van de lokale economie en de gemeenschap. Denk bv. aan het kwijtschelden van de terrasbelasting voor horecazaken, extra subsidies voor verenigingen, extra steun via het OCMW voor mensen in moeilijkheden, extra inspanningen om schoolachterstand tegen te gaan etc.
Tijdens de energiecrisis hebben we dan weer een extra renovatiecoach aangeworven om burgers te adviseren opdat de energiefactuur duurzaam zou kunnen verlaagd worden. Eveneens hebben we het verlagen van energiedividenden voor lokale besturen niet gecompenseerd via hogere ontvangsten. De stad is in de bres gesprongen, en zoals u later zult zien: met resultaat én een gezonde begroting. We staan sterk om ook een volgende crisis op te vangen.