4 vuistregels voor welvaart. Video 3: Rechtvaardig sociaal beleid
Onlangs lanceerde N-VA diens nationale kiescampagne met een video van Bart De Wever. Daarin hamerde De Wever op 4 vuistregels voor welvaart, 4 vuistregels om de welvaart van burgers te beschermen en verder te doen groeien. In de video haalt hij een aantal indicatoren boven om na te gaan hoe de Vlaamse en federale overheid met die vuistregels omgaan. Bekijk het gerust eens, het is een boeiend stuk.
Voor wie mij al langer op Facebook of via mijn website volgt, weet dat ik als schepen van Financiën dan graag de proef op de som neem om eens na te gaan hoe Aalst het stelt op vlak van de vermelde 4 vuistregels. Die vuistregels zijn de volgende:
Begroting in balans
Lage belastingen
Rechtvaardig sociaal beleid
Investeer in innovatie
Als we het over tewerkstelling hebben, komen we bij de derde vuistregel: voer een rechtvaardig sociaal beleid. Solidariteit is cruciaal voor mensen die het moeilijker hebben. Die solidariteit werkt echter in 2 richtingen. Het zijn de mensen die werken die ervoor zorgen dat solidariteit mogelijk is. Het is dan ook niet meer dan normaal dat we de mensen die werken waarderen en dat we wie kan werken er effectief toe aanzetten om dat te doen. Er dient absoluut vermeden te worden dat het interessanter is om te leven van een uitkering dan van een loon uit arbeid. Door de vele maatregelen van Vivaldi hoor ik de laatste tijd te vaak dat het zotten zijn die werken. En de cijfers bewijzen dat helaas ook: als een alleenstaande met een leefloon de overstap maakt naar een voltijdse job, dan krijgt die op het einde van de maand maar een €28,5 per maand meer. Werken moet lonen en de kloof tussen een uitkering en een arbeidsloon moet beter. Al wie aan de slag kan, moet geactiveerd worden.
Enerzijds doen we dat in Aalst door in te zetten op activering en een interessant investeringsklimaat voor bedrijven te creëren. Een aanpak die werkt, gezien het stijgend aantal ondernemingen op ons grondgebied. Dat vertaalt zich ook door in werkgelegenheidscijfers. Als we bijvoorbeeld kijken naar de werkzoekendengraad, dan zien we dat op Brugge na Aalst de laagste werkzoekendengraad van alle Vlaamse centrumsteden heeft:
Vanuit de stad beschikken we niet over de grote hefbomen inzake werkgelegenheid, die zitten op Vlaams en federaal niveau. Toch doen we diverse inspanningen die een verschil kunnen maken, o.a. via het lokaal activeringspact. Met diverse oproepen naar lokale actoren zetten we in op activering. Denk bijvoorbeeld aan sociaal restaurant De Brug of De Goeie Gasten. We werken met diverse partners samen rond activeringsprojecten zoals de Jobclub, taalcoaching op de werkvloer, attitudetraining voor jongeren en premies voor tewerkstelling van mensen met een handicap, uniek in Vlaanderen. We trachten mensen met een leefloon zo snel mogelijk richting arbeidsmarkt te begeleiden en met resultaat: we slagen er in Aalst beter dan gemiddeld in Vlaanderen in om mensen met een leefloon richting arbeidsmarkt te oriënteren.
Activering is dus een belangrijke hoeksteen. Daarnaast is er uiteraard ook het sociaal beleid. Aalst toont zijn hart voor wie kwetsbaar is, maar is streng voor wie daar misbruik van maakt. We gaan geen steun uitkeren als dat niet nodig is. Het aantal personen per 1.000 inwoners dat steun krijgt van het OCMW in Aalst ligt op 0,84%. Dat is aanzienlijk lager dan de overige centrumsteden excl. grootsteden, waar dat cijfer gemiddeld 1,13% is. Of als we dat uitdrukken in geld: de individuele hulpverlening die Aalst verstrekt bedraagt €129/inwoner, bij de overige centrumsteden excl. grootsteden loopt dat op tot €199, bijna de helft meer.
Inzetten op activering en streng zijn tegen sociale fraude: het beleid werkt. Dat toont de kansarmoede-index van Kind & Gezin aan. Deze geeft weer hoeveel geboortes er plaatsvinden in een gezin in armoede. Aalst scoort daar veruit het beste van alle Vlaamse centrumsteden, bijna de helft van het gemiddelde:
Ook cijfers van Statbel bevestigen ons sterk sociaal beleid. Voor het eerst ooit werden cijfers omtrent armoederisico tot op gemeentelijk niveau vrijgegeven. Het armoederisico in Aalst ligt 20% lager dan het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden.