top of page

Goed patrimoniumbeheer gaat hand in hand met goed bestuur

Een lokaal bestuur kan niet zonder gebouwen om diens personeel in te huisvesten en om een kwalitatieve dienstverlening aan de burger te kunnen leveren. De keuze voor die gebouwen heeft een impact op de kwaliteit van de dienstverlening, op het welzijn van het personeel én op de begroting. 



Neem nu bijvoorbeeld de federale overheid. Recent kwam aan het licht dat 100.000m² van de 500.000m² kantoorruimte die zij huurt gewoon leegstaat. Zo wordt er €1,4 miljoen per maand betaald voor 1 gebouw dat slechts voor de helft wordt ingevuld. Terecht is dan de conclusie: slecht bestuur en weggesmeten geld. 


Ook het Waals Parlement kwam onlangs in opspraak. De renovatie van het parlementsgebouw was geraamd op €10 miljoen, maar blijkt uiteindelijk op €46 miljoen uit te komen. Men zou dan verwachten dat men al het mogelijke zou doen om het kostenplaatje voor de belastingbetaler maximaal te drukken. Met marmeren tafelbladen en stoelen van €18.000 heeft men echter zijn best gedaan om het geld langs ramen en deuren naar buiten te gooien. Dit valt niet te verdedigen. 


In Brussel heeft de stad dan weer een grote stap gezet. Eind vorig jaar opende het gloednieuwe administratief centrum BruCity na 4 jaar werkzaamheden eindelijk de deuren. Het nieuwe gebouw  telt 37.200m² kantoorruimte en moet meer dan 1.500 medewerkers vanop verschillende locaties samenbrengen om de dienstverlening t.a.v. de Brusselaar te verbeteren.  


Het hele project is echter niet onbesproken. BruCity is namelijk opgericht op de locatie van Parking 58, een vroegere parkeertoren met een supermarkt op het gelijkvloers. Zo blijkt er een nauwe band te bestaan tussen de eigenaars van de grond – AG Real Estate –  en het Brusselse stadsbestuur, werden stedenbouwkundige regels omzeild (bv. gebouw is hoger dan de bouwvoorschriften voor de omgeving toelaten) en bleven diverse adviezen dode letter (bv. afsluiten Korte Hallestraat). 


Financieel is BruCity geen klein bier. De stad heeft de grond van de site reeds gekocht voor €30 miljoen. Het gebouw wordt geleased voor 30 jaar aan een kost van €105 miljoen, te vermeerderen met rente. Een aankoopoptie werd voorzien halverwege en op het einde van het contract. 


De beslissing om een nieuwe locatie te zoeken voor de Brusselse stadsdiensten dateert al van 2006. De toenmalige gebouwen waren reeds hopeloos verouderd (bv. rijbewijzen verstrekken in gebouwen vol asbest) en de stadsdiensten waren verspreid over meerdere locaties in de stad. Dit laatste doet mensen die de Aalsterse politiek al langer volgen misschien denken aan een gelijkaardig Aalsters dossier: het Administratief Centrum (AC). 


In 2006 zong Michel Picqueur nog over “’t Spoekkot op de Mert”. Zinnen als “langs den binnenkant stoot alles na al monjenlank benalek schots en schief” doen al sterk denken aan de toestand van de Brusselse administratie in datzelfde jaar. Ook mijn collega-schepen, Karim Van Overmeire, weidde een hoofdstuk aan dit dossier in zijn boek ‘Het verdriet van de Zwarte Man’ in 2011. Het boek geeft een frappant inzicht over hoe het er destijds aan toeging in de Aalsterse politiek. Alle dossiers zaten muurvast, waaronder ook de komst van een nieuw administratief centrum. Aalst stond stil. 


De Aalsterse stadsdiensten waren voor de komst van het huidige AC nog verspreid over 20 verschillende locaties met wel 65 verschillende loketten. De kwaliteit van die gebouwen liet te wensen over en de dienstverlening t.a.v. de Aalstenaar was voor verbetering vatbaar. Bijgevolg werd onder toenmalig burgemeester Anny De Maght in 2005 (1 jaar vroeger dan Brussel) beslist om een nieuw AC te bouwen op de Postsite. 


Hoewel er een beslissing was, raakte het AC door politieke onenigheid lange tijd niet van de grond. Het dossier wordt in het boek omschreven als het ‘NAC-monster’: “een van de vele monsters in de onpeilbaar diepe en koude wateren van de Aalsterse politiek (…). Het beest komt zo nu en dan boven water, slaakt dan een luide kreet, zwemt enkele weken rond en duikt dan weer voor maanden of jaren naar ongekende diepten” (p.145). De discussie ging over het samenbrengen van de diensten op de Postsite of op de Pupillensite. 


Het politieke getalm zette de stad in 2011 voor voldongen feiten. De eigenaar van de Postsite had zijn meest interessante voorstellen ingetrokken. De enige mogelijkheid die nog bestond, was een huurkoop van een cascogebouw dat dan later moest ingericht worden door de stad. 


In 2012 waren er verkiezingen en werd de toenmalige meerderheid van CD&V, SP.A en Open VLD door de kiezer afgestraft. N-VA kwam aan de macht met een duidelijke vraag van de kiezer om de zaken eindelijk in beweging te brengen. Aldus geschiedde, ook voor het AC. 


Op 28/5/2013, nog geen half jaar na de start van het nieuwe bestuur, werd een overeenkomst goedgekeurd voor de huur van het AC op de Postsite. Het gebouw is sinds 2016 in gebruik (bijna 7 jaar vroeger dan Brussel): de dienstverlening t.a.v. de burger is er sindsdien sterk op vooruit gegaan, alsook de werkomstandigheden van onze medewerkers. 


In die huurovereenkomst werd ook een aankoopoptie voorzien. Die aankoopoptie werd op de gemeenteraad van november vorig jaar gelicht: de stad is – 17 jaar na de beslissing onder toenmalig burgemeester De Maght en minstens 15 jaar vroeger dan Brussel – eindelijk eigenaar van een nieuw stadhuis. 


Zoals in de inleiding reeds aangegeven: het patrimonium heeft ook een impact op de begroting. Er is een groot verschil in kost voor kantoorruimtes. In Brussel is het plaatje een stuk minder rooskleurig dan in Aalst. Als we voor Aalst rekening houden met de totale huurkost én aankoopprijs, komen we op een kost per m² van ongeveer €1.900. Stad Brussel heeft een akkoord met AG Real Estate dat het hele project tot €4.000/m² mag kosten. Met de aankoop van de grond en de lease voor 30 jaar zit Brussel al aan meer dan €3.600/m² (nog gerekend zonder rente) en dan moet de aankoopoptie voor het gebouw nog gelicht worden. 


De beslissing om diensten te verhuizen en centraliseren werd in Aalst en Brussel dus quasi gelijktijdig genomen. Waar Aalst in 2016 het project opleverde en een enorme stap voorwaarts zette in kwalitatieve dienstverlening naar de burger toe, gebeurde dat in Brussel slechts eind 2022. Wat nog erger is: de kost voor de stad Brussel komt daarbij minstens op het dubbele van de stad Aalst en dan is Brussel nog niet eens eigenaar.  


En wat met de Pupillensite? Ook daar komt nu beweging in. De gehele site van Grote Markt tot Utopia zal een metamorfose ondergaan. Zo zal er in de toekomst een uitbreiding van de Academie voor Podiumkunsten zijn, een publieke fietsenstalling, voetgangers zullen makkelijk kunnen doorsteken van de ene naar de andere kant. Aan private ontwikkelaars om verdere invulling te geven aan de andere ruimte op eenzelfde niveau als Utopia.  

CD&V wil Aalst (en andere steden) verarmen

4 vuistregels voor welvaart: Investeer in innovatie

4 vuistregels voor welvaart. Video 3: Rechtvaardig sociaal beleid 

4 vuistregels voor welvaart. Video 2: Lage Belastingen

4 vuistregels voor welvaart. Video 1: begroting in balans

Nieuw bestuur moet mouwen opstropen voor de jeugd van Eendracht Aalst

Lees meer

bottom of page